Birte en Ruben, die al zeven jaar een stel zijn en sinds anderhalf jaar samenwonen, hebben een onevenwichtige verdeling van huishoudelijke taken. Ruben, die een goedbetaalde baan heeft met een werkrooster van vijf dagen werken gevolgd door vijf dagen vrij.
Daarom neemt hij het leeuwendeel van de financiële lasten op zich. Dit gebruikt hij als reden om zich nauwelijks met het huishouden bezig te houden, wat Birte erg frustreert.
Ruben’s financiële bijdrage
Toen Ruben het huis kocht waar ze nu samen wonen, was Birte nog bezig met haar studie. Inmiddels is ze afgestudeerd en werkt ze als invaller op scholen, een baan die zowel emotioneel veeleisend als onzeker is qua werkuren.
Hierdoor verdient ze aanzienlijk minder dan Ruben. Ruben betaalt de hypotheek en de meeste rekeningen, terwijl Birte voor de boodschappen, dierenartsrekeningen en huishoudelijke benodigdheden zorgt. Ze kookt en maakt schoon, zelfs op de dagen dat Ruben vrij is en zij moet werken.
Birtes kijk op de situatie
Ruben vindt dat Birte, omdat zij minder werkt en verdient, het huishouden moet beheren, inclusief de dagen dat hij thuis is. Birte vindt dit oneerlijk; ze werkt hard en besteedt haar inkomen voornamelijk aan gezamenlijke uitgaven.
Ze zou graag zien dat Ruben meer bijdraagt aan het huishouden, vooral op zijn vrije dagen. Hoewel ze dankbaar is dat ze bij hem kan wonen, vindt ze het frustrerend dat hij alle huishoudelijke taken aan haar overlaat, zelfs als zij ook werkdagen heeft.
De zoektocht naar een oplossing
Birte waardeert het enorm dat ze in Rubens huis mag wonen, maar ze is het niet eens met de oneerlijke verdeling van de huishoudelijke taken. Ondanks meerdere gesprekken hierover, blijft Ruben bij zijn standpunt.
Birte wil echter het gesprek blijven aangaan, in de hoop samen tot een oplossing te komen. Buiten deze kwestie om hebben ze een goede relatie zonder veel problemen of ruzies, en Birte beschouwt Ruben nog steeds als haar ideale partner. Ze vraagt zich af wat anderen in haar situatie zouden doen.
* De namen in dit artikel zijn verzonnen. (Bron)