Contant geld bewaren in je woning klinkt misschien als iets uit grootmoeders tijd, maar het idee is actueler dan ooit. Banken adviseren tegenwoordig om altijd een klein bedrag in huis te hebben voor het geval digitale betalingen tijdelijk uitvallen.
Tegelijkertijd zie je juist dat contactloos en digitaal betalen steeds meer de norm wordt. Deze tegenstrijdigheid roept veel vragen op over wat je nou eigenlijk mag doen met cash geld thuis. Niet alles is namelijk zo vrijblijvend als het lijkt.
Wat mag je volgens de wet?
Je bent vrij om zoveel contant geld in huis te bewaren als je zelf wil. Er bestaat geen wet die je verbiedt om duizenden euro’s in je kluis, nachtkastje of zelfs onder een matras te stoppen. Of je nu €10 bewaart voor een snelle boodschap of €10.000 spaargeld in biljetten houdt, juridisch gezien mag het allemaal. Maar die vrijheid kent wel grenzen zodra de Belastingdienst om de hoek komt kijken. Die kijkt naar de totale waarde van je vermogen en daar hoort contant geld ook bij.
Vanaf 2025 mag je als alleenstaande tot €661 aan contant geld belastingvrij thuis bewaren. Heb je een fiscale partner? Dan geldt een gezamenlijke vrijstelling van €1322. Als je boven die grens zit, moet je het bedrag opgeven bij je aangifte inkomstenbelasting in box 3. Doe je dat niet, dan riskeer je mogelijke correcties of zelfs boetes. Houd dus goed bij hoeveel contant geld je in huis hebt liggen, want de fiscus houdt er ook rekening mee.
Een van de frustraties voor spaarders is dat contant geld thuis geen rente oplevert, maar wel belast wordt. De Belastingdienst rekent vanaf 2025 met een fictief rendement van 1,44 procent over het vermogen dat je boven de vrijstellingsgrens bezit. Over dat fictieve rendement betaal je 36 procent belasting. Zelfs al ligt je geld stil en groeit het niet, betaal je alsnog belasting alsof je winst maakt.
Dat voelt voor velen onrechtvaardig, zeker als je het geld bewust buiten het bancaire systeem houdt vanwege wantrouwen, privacy of simpelweg gemak. Toch verandert het niets aan de regels. Contant geld telt gewoon mee als vermogen en wordt belast alsof het op een spaarrekening staat. Als je het geld dus niet inzet om rendement te maken, verlies je er in feite op door de belastingheffing.
Opnamebeperkingen per bank
Als je contant geld wilt opnemen, moet je rekening houden met limieten die per bank verschillen. Die zijn ingesteld om klanten te beschermen, maar ook om misbruik te voorkomen. Bij ABN AMRO kun je tot maximaal €10.000 per dag opnemen, mits je dat spreidt over pintransacties van maximaal €2000 per keer. Rabobank hanteert doorgaans een weeklimiet van €1250, al kan dit bij een uitgebreider pakket oplopen tot €5000 per week. ING-klanten mogen dagelijks €500 opnemen, maar kunnen dit tijdelijk verhogen tot €5000.
Deze limieten bestaan niet zonder reden. Banken willen jou beschermen tegen verlies, diefstal en fraude. Tegelijkertijd houden ze streng toezicht op witwaspraktijken. Als jij opvallend vaak grote bedragen opneemt, kunnen banken hiervan melding maken bij instanties zoals de FIOD. Zelfs als je niets te verbergen hebt, kunnen zulke transacties vragen oproepen. Zorg er dus voor dat je altijd een legitieme reden kunt aangeven als je grotere bedragen opneemt.
Risico’s van cash geld in huis
Contant geld in huis bewaren klinkt veilig, maar kent meer risico’s dan je denkt. Denk aan inbraak, brand of waterschade. In zulke gevallen ben je zelden volledig gedekt. De meeste inboedelverzekeringen vergoeden namelijk maar een klein bedrag aan contant geld—vaak tussen de €250 en €500. Heb je meer cash in huis, dan draag je zelf het risico bij verlies.
Als je toch kiest voor het bewaren van grotere sommen, is een goed beveiligde kluis essentieel. Die beschermt niet alleen tegen diefstal, maar helpt ook bij het indienen van een schadeclaim als er toch iets gebeurt. Let daarbij op dat je de toegangscode of sleutel niet verliest. Contant geld waar je niet meer bij kunt, is net zo onbruikbaar als geld dat er nooit was.
Waarom banken tóch adviseren om contant geld thuis te bewaren
Ondanks alle risico’s en fiscale aandacht adviseren banken nog steeds om een klein bedrag contant in huis te hebben. Dat advies komt voort uit de kwetsbaarheid van digitale betalingssystemen. Denk aan landelijke storingen, stroomuitval of cyberaanvallen. In zo’n situatie kun je plots niet meer pinnen of online bankieren, en is contant geld de enige manier om boodschappen te doen of een taxi te betalen.
Ook het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) steunt dit advies. Begin 2025 komt er zelfs een officieel richtbedrag dat aangeeft hoeveel contant geld een gemiddeld huishouden in huis zou moeten hebben. Dat bedrag is bedoeld als vangnet voor situaties waarin digitale systemen tijdelijk uitvallen. Hoewel de hoogte van dat bedrag nog niet is vastgesteld, zal het naar verwachting een praktisch richtlijn worden voor iedere burger.
Bepaal bewust hoeveel je thuis houdt
De keuze om contant geld in huis te houden, is iets waar je goed over moet nadenken. De wet geeft je vrijheid, maar de belastingregels en verzekeringsvoorwaarden beperken die vrijheid alsnog. Vraag jezelf dus af welk bedrag je écht nodig hebt voor noodsituaties. Berg het geld goed op, beveilig je huis waar nodig en meld het eerlijk bij de belasting als je over de vrijstelling heen gaat.
Contant geld kan handig zijn, maar alleen als je bewust kiest voor veiligheid, transparantie en realisme. Want één ding is zeker: wat je ook onder je matras bewaart, uiteindelijk weet de Belastingdienst het altijd te vinden.