Het leek alsof het ergste achter de rug was. De elfjarige Ava Wilson had een zware strijd tegen B-lymfoblastische leukemie doorstaan en was in remissie. Na maanden van behandelingen en hoopvolle vooruitgang leek haar toekomst eindelijk veilig.
Maar een dramatische wending in het ziekenhuis van Park Ridge, Illinois, leidde alsnog tot een tragedie die haar familie voorgoed tekent. Ava overleed, niet aan kanker, maar aan een combinatie van medicijnen die haar lichaam niet kon verdragen. De artsen hadden haar volgens de rechtbank nooit naar huis mogen sturen.
Een controlebezoek eindigt in rampspoed
Op 29 oktober 2020 bracht Ava samen met haar moeder een bezoek aan het kinderziekenhuis voor een routinecontrole. De kanker was niet meer aantoonbaar, maar haar klachten waren ernstig. Ze kon nauwelijks lopen, had extreme pijn en huilde onafgebroken.
Tijdens het bezoek werden verschillende tests afgenomen. Uit die resultaten bleek dat haar bloeddruk verlaagd was, ze een tekort had aan bloedcellen en bloedplaatjes en dat haar leverenzymen verhoogd waren. Ondanks deze alarmerende gegevens besloot het ziekenhuis haar niet op te nemen.
De arts gaf in plaats daarvan het advies om naar huis te gaan en verhoogde doses pijnstilling in te nemen. Ava kreeg 100 milligram gabapentine driemaal per dag voorgeschreven en daarnaast 15 milligram morfine om de vier uur, indien nodig. Die hoeveelheid morfine was drie keer zo hoog als wat ze eerder had gekregen. Binnen 48 uur na het ziekenhuisbezoek werd Ava niet meer wakker. Ze overleed in haar slaap, terwijl haar ouders dachten dat ze aan het bijkomen was.
Artsen negeerden de signalen, stelt familie
Volgens het juridische team dat Ava’s ouders bijstaat, is haar overlijden een direct gevolg van de medische beslissingen die op die dag werden genomen. De medicatie die ze kreeg – een combinatie van morfine en hydroxyzine – leidde volgens forensisch onderzoek tot een fatale vergiftiging.
“Ze is gestorven aan acute gecombineerde geneesmiddelentoxiciteit,” stelde de advocaat in de rechtbank. De klacht benadrukte dat de medicijnen elkaar versterken en dat de dosis veel te zwaar was voor een kind in haar toestand.
De ouders lieten het er niet bij zitten en startten een civiele procedure tegen het ziekenhuis. Ze waren ervan overtuigd dat Ava opgenomen had moeten worden, juist om haar hartslag, bloeddruk en pijnklachten nauwkeurig te monitoren. Volgens de aanklacht heeft het ziekenhuis die verantwoordelijkheid laten liggen en haar in plaats daarvan naar huis gestuurd met wat zij omschrijven als ‘een buitensporige hoeveelheid pijnstillers’. Dat bleek fataal te zijn.
Ziekenhuis verdedigt beleid, maar jury oordeelt anders
Het ziekenhuis stelde zich tijdens het proces op het standpunt dat de voorgeschreven medicatie binnen de aanbevolen marges viel. Ook zou de combinatie van klachten bij binnenkomst sterk lijken op bekende symptomen die gepaard gaan met leukemie. Toch vond de jury dit geen voldoende verweer voor de beslissing om Ava niet op te nemen.
Na een intensieve rechtszaak, die op 29 mei van dit jaar van start ging, volgde op donderdag het oordeel. De jury oordeelde dat het ziekenhuis nalatig is geweest en kende de familie een schadevergoeding toe van 20,5 miljoen dollar.
Dit bedrag werd toegekend voor het verlies van hun dochter, hun verdriet, rouw en het blijvende psychische lijden dat zij nu met zich meedragen. De uitspraak maakt duidelijk dat het overlijden van Ava voorkomen had kunnen worden, als er naar haar symptomen en de testresultaten was geluisterd.
Reactie van de familie: verdriet en dankbaarheid tegelijk
Na de uitspraak reageerde de familie van Ava via hun advocaat. In een verklaring werd gezegd: “Hoewel niets de diepe pijn van Ava’s dierbaren zal verzachten, is de familie dankbaar dat de jury heeft erkend dat Ava’s dood te voorkomen was en dat ze vandaag de dag nog bij hen had moeten zijn.”
Die woorden vatten de enorme tragiek samen. Een kind dat dapper genoeg was om kanker te overwinnen, verloor uiteindelijk haar leven aan wat volgens experts een medisch vermijdbare fout was.
De zaak roept vragen op over hoe ziekenhuizen omgaan met pijnbestrijding bij kinderen en de noodzaak om niet alleen te vertrouwen op medicatie, maar juist ook op observatie en opname wanneer de situatie daar om vraagt. Ava’s verhaal is inmiddels het gesprek van de dag in medische en juridische kringen, en dient mogelijk als aanleiding voor strengere protocollen rondom pijnmedicatie bij jonge patiënten.