Wie gevaccineerd is met het AstraZeneca-vaccin, doet er goed aan deze nieuwe onderzoeksresultaten onder ogen te zien. Wetenschappers van het Universitair Ziekenhuis Gent ontdekten namelijk dat dit vaccin minder effectief is in het opwekken van beschermende antilichamen in de neus.
Precies daar begint het coronavirus vaak zijn aanval. De bevindingen roepen vragen op over de mate van bescherming die dit vaccin biedt tegen besmetting en verspreiding van Covid-19, zeker in vergelijking met andere vaccins zoals Pfizer.
Antilichamen in de neus zijn cruciaal voor eerste afweer
Wanneer je wordt blootgesteld aan het coronavirus, gebeurt dat doorgaans via de bovenste luchtwegen. Daar speelt de aanwezigheid van neutraliserende antilichamen een sleutelrol. Volgens prof. dr. Philippe Gevaert, neus-, keel- en oorarts aan het UZ Gent, verhinderen deze antilichamen dat het virus zich via de spike-eiwitten aan menselijke cellen kan binden.
“Het coronavirus dringt ons lichaam binnen via de bovenste luchtwegen”, verklaart hij aan Het Nieuwsblad. “Neutraliserende antilichamen in ons bloed maken het virus onschadelijk door de binding van de spike-eiwitten aan de menselijke cellen te blokkeren.”
Uit het onderzoek blijkt dat het verschil tussen de vaccins aanzienlijk is. Van de proefpersonen die gevaccineerd werden met Pfizer, ontwikkelde 96 procent antilichamen in de neus. Bij degenen die AstraZeneca ontvingen, was dat slechts 59 procent.
Deze lokale antilichamen vormen een essentiële eerste barrière tegen het binnendringen van het virus, waardoor het risico op besmetting én verspreiding meteen lager ligt. Het verschil in effectiviteit is dus niet enkel theoretisch, maar tastbaar meetbaar op het niveau van de eerste afweerlinie.
Sterkere neutralisatie door Pfizer-antistoffen
Het onderzoek beperkte zich niet tot het tellen van antilichamen, maar keek ook naar de kracht ervan. En opnieuw trok Pfizer aan het langste eind. “Ook vertoonden de lokale antilichamen bij Pfizer een sterkere neutralisatie van het virale spike-eiwit dan bij AstraZeneca”, melden de onderzoekers.
Dat betekent dat niet alleen het aantal antilichamen hoger lag bij Pfizer, maar dat ze ook doeltreffender waren in het onschadelijk maken van het virus. Dit verschil kan gevolgen hebben voor het besmettingsgevaar vanuit gevaccineerde personen.
Een opvallende conclusie uit het onderzoek is dat een eerdere besmetting met Covid-19 geen meetbare invloed had op de resultaten. Met andere woorden: ook wie al corona heeft gehad én gevaccineerd is, profiteert niet noodzakelijk van een betere lokale immuunrespons in de neus. De mate waarin het lichaam antilichamen aanmaakt na vaccinatie lijkt dus puur af te hangen van het type vaccin dat je hebt gekregen.
Belang van verder onderzoek naar neusimmuniteit groeit
Het UZ Gent benadrukt het belang van verder onderzoek naar de aanwezigheid van antistoffen op de plaats waar het virus het lichaam binnenkomt. “Als de antilichamen ook ter hoogte van de neus aanwezig zijn, kunnen ze daar al een eerste barrière vormen tegen het binnendringen van het virus.
Het is dus belangrijk om ook in de neus de reactie op een infectie en vaccinatie te onderzoeken,” zegt prof. dr. Gevaert. Zijn oproep maakt duidelijk dat de medische wereld nog lang niet klaar is met het evalueren van de effectiviteit van vaccins, zeker niet nu nieuwe varianten zich blijven ontwikkelen.