Bankfraude en online oplichting raken steeds meer mensen. Alleen al in 2024 werd bij de Fraudehelpdesk ruim 52 miljoen euro aan schade gemeld door slachtoffers die geld hebben overgemaakt aan criminelen.

Dat bedrag laat zien hoe groot het probleem is, maar deskundigen vermoeden dat de werkelijke schade nog veel hoger ligt. Veel mensen durven geen melding te maken uit schaamte of angst. Toch is het belangrijk om direct actie te ondernemen, want er is vaak meer mogelijk dan je denkt.
Slachtoffers twijfelen te lang
Wanneer je ontdekt dat je bent opgelicht, weet je vaak niet goed wat je moet doen. Veel mensen twijfelen of ze iets verkeerd hebben gedaan en voelen zich verantwoordelijk voor wat er is gebeurd. Die onzekerheid speelt oplichters in de kaart.
Ze gebruiken persoonlijke informatie, overtuigende verhalen en realistische namen om vertrouwen te winnen. Tegen de tijd dat je beseft dat je bent misleid, is het geld vaak al overgemaakt.
Tanya Wijngaarde van de Fraudehelpdesk ziet dagelijks slachtoffers van dit soort misleiding. Ze legt uit dat criminelen steeds professioneler te werk gaan. “Door datalekken beschikken ze vaak over persoonlijke gegevens, waardoor hun verhalen betrouwbaar klinken. Ze gebruiken nagemaakte websites, logo’s en zelfs telefoonnummers die lijken op die van banken.” Daardoor lijkt een nepbericht of telefoontje vaak angstaanjagend echt.
Snel handelen vergroot je kansen
De belangrijkste stap is direct contact opnemen met je bank zodra je vermoedt dat je bent opgelicht. Soms kan een betaling nog worden tegengehouden als je snel genoeg bent. Hoe eerder je meldt dat er iets mis is, hoe groter de kans dat de bank nog actie kan ondernemen.

De Fraudehelpdesk helpt zowel mensen die twijfelen als slachtoffers die al geld hebben verloren. Zij bekijken elke melding afzonderlijk, omdat niet elke vorm van fraude hetzelfde werkt. Toch blijft de boodschap duidelijk: snelheid is cruciaal. Hoe langer je wacht, hoe kleiner de kans op herstel of vergoeding.
Wanneer banken wel en niet vergoeden
Volgens het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) zijn banken meestal niet aansprakelijk als iemand vrijwillig geld overmaakt naar een oplichter. Banken kunnen immers niet weten of een klant bewust betaalt of onder druk wordt gezet. Toch bestaat er één belangrijke uitzondering: bankhelpdeskfraude.
Bij deze vorm van fraude doen criminelen zich voor als bankmedewerkers. Ze bellen vanaf nagemaakte nummers en waarschuwen je zogenaamd voor verdachte activiteiten op je rekening. Slachtoffers handelen in paniek en maken geld over ‘ter bescherming’. Omdat deze methode extreem misleidend is, vergoeden banken soms (gedeeltelijk) de schade uit coulance.
Voorwaarde is dat je aangifte doet, kunt aantonen dat er sprake was van spoofing (nummervervalsing) en bewijs kunt overleggen, zoals screenshots of telefoongegevens. Alleen particuliere klanten komen hiervoor in aanmerking. Banken kunnen besluiten slechts een deel van het bedrag te vergoeden, vooral als iemand eerder een vergoeding kreeg of niet volledig meewerkt aan het onderzoek.
Het belang van aangifte doen
De politie benadrukt dat aangifte doen altijd zinvol is, ongeacht de hoogte van het bedrag. Hoe meer informatie er wordt gedeeld, hoe beter de politie fraudeurs kan opsporen. Denk aan rekeningnummers, betaalbewijzen, e-mails, advertenties, chatgesprekken of telefoonnummers.

Elke melding wordt geregistreerd en geanalyseerd. Wanneer meerdere slachtoffers dezelfde gegevens noemen, kan dat wijzen op georganiseerde fraude. In dat geval start de politie samen met het Openbaar Ministerie een onderzoek. Ook als je denkt dat jouw melding weinig uithaalt, help je anderen door patronen zichtbaar te maken.
Geld terug via de civiele route
Naast aangifte bij de politie kun je ook een civiel traject starten om geld terug te vorderen. In bepaalde gevallen mogen slachtoffers de NAW-gegevens van de rekeninghouder opvragen waar het geld naartoe is overgemaakt.
Dat kan als:
– de betaling minder dan dertien maanden geleden is gedaan;
– beide bankrekeningen Nederlandse IBAN’s hebben;
– en er aangifte is gedaan.
De bank stuurt de ontvanger vervolgens een bericht met het verzoek het geld binnen drie weken terug te storten. Gebeurt dat niet, dan mag de bank de persoonsgegevens delen met het slachtoffer. Je kunt dan een civiele procedure starten om het bedrag terug te eisen via de rechter. In sommige gevallen leidt dat tot volledige terugbetaling.
Wanneer geld zonder jouw toestemming van je rekening wordt afgeschreven — bijvoorbeeld bij een gestolen pinpas of ongeautoriseerde betaling — moet de bank de schade vergoeden. Dit valt onder de wettelijke bescherming van consumenten bij financiële transacties.
Schaam je niet, maar kom in actie
Veel slachtoffers van fraude blijven stil uit schaamte of angst. Toch is melden essentieel. Hoe sneller je reageert, hoe groter de kans dat je je geld terugkrijgt of dat criminelen worden opgespoord. De Fraudehelpdesk, banken en politie werken samen om slachtoffers te ondersteunen en fraudeurs aan te pakken.
Zelfs als je denkt dat er niets meer te redden valt, is het altijd verstandig om melding te doen. Elke aangifte draagt bij aan het inzicht in hoe oplichters werken. En wie weet, help jij daarmee iemand anders om niet dezelfde fout te maken.