Ik ben altijd best tevreden geweest met mijn lichaam. Natuurlijk, ik ben geen twintig meer en het hoeft allemaal niet strak en slank te zijn zoals vroeger. Maar deze zomer voelde ik toch wel dat het een beetje de verkeerde kant op ging. Te veel wijn, te veel ijs, en zeker te veel paprikachips. Maar hé, dat hoort toch bij vakantie, toch?
Al jaren vermijd ik de weegschaal. Niet omdat ik bang ben voor het cijfer, maar omdat ik gewoon geen behoefte heb om dat ding te raadplegen. Ik weet wel zo’n beetje hoe ik eruitzie, en dat is prima. Toch besloot ik, dom genoeg, om tijdens een onschuldige avond tegen mijn partner Rob te zeggen: “Laat mij ook eens op die weegschaal stappen.”
Die weegschaal was duidelijk net zo geschrokken als ik. Het cijfer dat verscheen, was hoger dan ooit. Ik kon mijn ogen niet geloven. Hoe was dit gebeurd? Nou ja, eigenlijk wist ik het wel. Het was de vakantie. Te veel genieten, te veel wijn, te veel alles.
“Oké, dit gaat niet langer zo,” besloot ik. Het werd tijd om een beetje in te grijpen. Niet omdat ik mezelf niet mooi vind, maar omdat ik toch wel schrok van dat getal. Dus samen met Rob, die vanwege zijn prednison ook wat extra kilo’s had, besloten we het roer om te gooien. Vanaf nu werd het gezond eten. Wijn? Geschrapt. Paprikachips? Verban ze maar. Chocola? Die bestond even niet meer in mijn leven.
De strijd begint
De eerste week viel me eigenlijk best mee. Waarschijnlijk omdat ik nog zo vol zat van al dat vakantievreten dat mijn lichaam niet eens honger had. Aan het eind van de week stond er zelfs twee kilo minder op de weegschaal. Kijk, dat gaf de burger moed! Ik voelde me bijna trots. “Dit gaat de goede kant op,” dacht ik.
Maar toen kwam week twee. Overal waar ik keek, zag ik mensen eten. Op tv leek het alsof ieder programma draaide om hamburgers, pizza’s en frikandellen speciaal. En ik, ik droomde van eten. Van chocola, Franse kaas, en zelfs slagroomtaart – en laat dat nou net iets zijn waar ik normaal niet eens van houd!
Ondertussen bleef mijn weegschaal hardnekkig hangen op hetzelfde nare getal. Ik had geen idee waarom. Het voelde oneerlijk. Ik probeerde zo hard mijn best te doen en nog steeds geen resultaat. En zonder lekker eten werd het leven er een stuk minder gezellig op. Weekenden zonder chocola of chips? Wat moest ik daar nou mee?
Doorzetten of opgeven?
Gelukkig bleef Rob vastberaden volhouden. En dat gaf mij dan weer de moed om door te gaan. “Als hij het kan, kan ik het ook,” bleef ik tegen mezelf zeggen. En natuurlijk, ik hoef geen sprietje te worden. Nog een paar kilo eraf en dan ben ik weer tevreden met mijn lijf. Maar die paar kilo leken nu ineens zo ver weg.
Ik heb besloten om nog even door te zetten. Want ik kan dit. Toch? Het is gewoon een kwestie van volhouden, van de balans vinden tussen genieten en gezond leven. Maar ik geef toe, zonder chocola en paprikachips voelt het weekend toch net even minder gezellig. Misschien laat ik mezelf binnenkort wel weer een klein beetje toe. Want uiteindelijk gaat het erom dat ik blij ben met mezelf – mét of zonder dat laatste koekje.
En ach, wat is het leven zonder een beetje genieten?