Op 1 maart is het weer zover: de belastingaangifte gaat van start. Voor velen een jaarlijks terugkerend moment waarop de hoop leeft om een deel van het betaalde geld terug te krijgen. Voor mensen met een overzichtelijke financiële situatie is het vaak een kwestie van controleren en indienen, maar anderen moeten zich verdiepen in welke aftrekposten er zijn. Een van die posten is zorgkosten, een categorie waar niet iedereen van weet dat deze deels aftrekbaar kan zijn. Het loont dan ook om goed te kijken welke kosten je kunt opvoeren om mogelijk belastingvoordeel te behalen.
Welke zorgkosten mag je aftrekken?
Bijna iedereen heeft in de loop van een jaar te maken met zorgkosten. In bepaalde gevallen kunnen deze kosten worden opgevoerd bij de belastingaangifte en zo zorgen voor een belastingteruggave. Dit geldt echter alleen voor uitgaven die niet door de zorgverzekering worden vergoed én die boven het drempelbedrag van je inkomen uitkomen. Daarnaast mag je je maandelijkse zorgpremie en de bijdrage aan de Zorgverzekeringswet (Zvw) niet aftrekken.
Om je een duidelijk overzicht te geven, heeft de Nationale Zorggids (NZG) een lijst opgesteld met zorgkosten die wél in aanmerking komen voor aftrek. Het gaat onder meer om:
- Tandartsbehandelingen, waaronder de plaatsing van kronen
- Fysiotherapie
- Verpleging in een ziekenhuis of instelling
- IVF-behandelingen voor vrouwen tot 43 jaar
- Voorgeschreven medicijnen die duurder zijn dan het eigen risico
- Steunzolen en gehoorapparaten
- Kosten voor het gebruik van een medisch hulpmiddel
- Vaccinaties, bijvoorbeeld voor reizen naar het buitenland
Door deze kosten zorgvuldig bij te houden, kun je bij de belastingaangifte mogelijk een deel van je uitgaven terugkrijgen.
Het drempelbedrag voor aftrekbare zorgkosten
Niet alle gemaakte zorgkosten zijn zomaar aftrekbaar. Ze moeten boven een bepaald drempelbedrag uitkomen, dat afhankelijk is van je inkomen en leefsituatie. De Belastingdienst hanteert hiervoor vaste rekenmethodes.
Voor mensen zonder fiscaal partner geldt in 2024 een drempelbedrag van €163 als het inkomen niet hoger is dan €9.420. Alle zorgkosten boven dit bedrag mogen worden opgevoerd bij de belastingaangifte. Voor hogere inkomens wordt een percentage van 1,65% van het drempelinkomen gehanteerd, tot een maximum van €50.034. Is je inkomen hoger, dan wordt het drempelbedrag berekend als €825 plus 5,75% van het drempelinkomen.
Voor mensen met een fiscaal partner gelden andere bedragen. Het drempelinkomen en de aftrekgrenzen worden verdubbeld, waardoor het minimumbedrag voor aftrek €326 bedraagt bij een gezamenlijk inkomen tot €18.840. Hierboven wordt dezelfde rekensystematiek toegepast als bij alleenstaanden.
Praktisch voorbeeld van aftrekbare zorgkosten
Stel dat je als alleenstaande een bruto jaarinkomen van €40.000 hebt. Dit betekent dat je valt in de middelste categorie en dat het drempelbedrag 1,65% van je inkomen bedraagt, oftewel €660. Heb je in 2024 meer dan dit bedrag aan zorgkosten betaald die niet zijn vergoed door je zorgverzekering? Dan kun je deze kosten opvoeren bij de belastingaangifte en mogelijk een deel terugkrijgen.
Het is daarom aan te raden om al je zorggerelateerde uitgaven goed bij te houden en te controleren of je aan het drempelbedrag voldoet. Dit kan je uiteindelijk een financieel voordeel opleveren.
Comments 1