Contant geld op je bankrekening zetten voelt vaak als een verstandige zet. Je hoeft het niet meer thuis te bewaren, wat veiliger aanvoelt. Toch komt er tegenwoordig meer bij kijken dan je misschien denkt. Zodra het bedrag hoger wordt, ga je te maken krijgen met extra controles, strikte regels én kosten.
Deze maatregelen zijn bedoeld om illegale praktijken te voorkomen, maar kunnen ook jou treffen, zelfs als je alles keurig geregeld hebt. Het is daarom belangrijk om te weten wat er speelt zodra je contant geld op je rekening zet.
Vanaf dit bedrag grijpt de overheid in
Je kunt tot een bedrag van € 10.000 in contanten storten zonder dat dit automatisch leidt tot vragen of controle. Zodra je daarboven komt, treedt er een controlemechanisme in werking. De bank is dan verplicht te onderzoeken waar het geld vandaan komt.
Dit is wettelijk vastgelegd om witwassen, belastingontduiking en andere illegale praktijken tegen te gaan. De meldingsplicht geldt per transactie en niet over je totale saldo, dus één keer een groot bedrag storten is genoeg om de alarmbellen te doen afgaan. Je bent dan verplicht de herkomst van het geld uit te leggen.
Regels zijn strenger geworden dan vroeger
Enkele jaren geleden mocht je nog € 15.000 zonder controle op je rekening storten. Inmiddels is die grens dus verlaagd naar € 10.000, wat betekent dat de overheid nauwer toeziet op grote stortingen dan voorheen. Deze verstrenging is bedoeld om witwaspraktijken sneller te detecteren.
Banken en de Belastingdienst voeren regelmatig controles uit, en zodra er een ongebruikelijke storting plaatsvindt, kunnen ze vragen gaan stellen. Het gaat dus allang niet meer alleen om het bedrag, maar ook om het gedrag dat erbij hoort.
Misschien denk je: dan stort ik het gewoon in delen. Bijvoorbeeld € 7.500 nu en later nog eens hetzelfde bedrag. Maar dat is precies wat je beter niet kunt doen. Banken houden tegenwoordig ook het totaalbedrag van meerdere stortingen binnen korte tijd in de gaten. Probeer je het systeem te omzeilen door te splitsen, dan ben je alsnog verdacht. Banken kunnen dit gedrag als ‘structurering’ bestempelen, wat juist weer aanleiding geeft tot extra controle. Je loopt dan het risico dat ze alsnog om bewijzen vragen of de Belastingdienst inlichten.
Verklaringen en bewijs zijn soms verplicht
Wanneer jouw storting als ongebruikelijk wordt gezien, moet je kunnen aantonen waar het geld vandaan komt. Dit kan met kassabonnen, verkoopbewijzen of andere financiële documenten. Banken willen hiermee uitsluiten dat het geld afkomstig is van criminele activiteiten. Kun je dit niet goed onderbouwen, dan kan de bank verdere stappen zetten of zelfs je rekening tijdelijk blokkeren. Transparantie is dus essentieel, vooral als je vaker grotere bedragen in contanten wilt storten.
Contant geld storten is niet gratis
Behalve de strenge regelgeving moet je ook rekening houden met bijkomende kosten. Banken rekenen namelijk servicekosten wanneer je contant geld stort. De hoogte hiervan verschilt per bank. Bij ING betaal je standaard € 6 per storting, terwijl Rabobank je bij de eerste vier keer € 2,25 laat betalen.
Daarna stijgt het bedrag fors naar € 9,50 per storting. Bij ABN AMRO is het zelfs een percentage van het totaal: 0,5%. Stort je bijvoorbeeld € 1.000, dan ben je € 5 kwijt. Deze kosten kunnen flink oplopen als je regelmatig contant werkt.
De reden achter deze extra kosten ligt vooral in de wens van banken om digitaal betalingsverkeer te stimuleren. Contant geld is lastiger te controleren en brengt meer risico’s met zich mee. Door het gebruik ervan onaantrekkelijker te maken via kosten en controles, hopen banken op meer transparantie in financiële transacties. Werk je dus veel met cash, dan is het slim om je hier goed op voor te bereiden. Anders kun je ongemerkt flink wat geld kwijt zijn aan servicekosten.
Waar kun je tegenwoordig nog terecht met contant geld?
Het aantal fysieke bankfilialen is flink teruggelopen, en ook de mogelijkheden om contant geld te storten zijn beperkter geworden. Banken maken tegenwoordig gebruik van de gele stortautomaten van Geldmaat. Deze automaten vind je in zogenoemde Geldmaat-winkels, maar ook bij grote ketens zoals bouwmarkten, winkelcentra of bij winkels zoals Primera.
Let op: niet iedere automaat accepteert muntgeld. Hiervoor moet je naar specifieke locaties zoals bepaalde filialen van Gamma of Karwei, waar je nog wel munten kunt inleveren. Het is dus raadzaam vooraf uit te zoeken waar je terecht kunt, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.
Goede voorbereiding voorkomt problemen bij stortingen
Het storten van contant geld is tegenwoordig meer dan simpelweg wat biljetten in een automaat stoppen. Je krijgt te maken met limieten, kosten, controles en beperkte locaties. Werk je veel met contant geld, dan is het verstandig om goed te plannen en alles goed te documenteren. Op die manier voorkom je onaangename verrassingen en kun je je geld veilig en legaal op je rekening zetten. Denk vooruit, want de regels worden alleen maar strenger.
