Voor velen is een oprit vooral een praktische plek: je zet er je auto neer of biedt er gasten even wat ruimte. Voor Maria, 64 jaar, is de oprit van haar buren inmiddels echter uitgegroeid tot een dagelijkse bron van frustratie. Niet omdat ze er zelf geen gebruik van kan maken, maar omdat de buren hun enorme caravan er permanent hebben geparkeerd.
Dag in, dag uit, het hele jaar door, staat dat gevaarte daar, pontificaal in haar zicht. En dat begint zwaar te wegen. De eerste keer dat Maria de caravan zag staan, dacht ze dat het iets tijdelijks was. Misschien waren de buren aan het inpakken voor een vakantie of hadden ze even geen plek op de stalling. Dat leek haar logisch.
Maar naarmate de tijd verstreek en de caravan wekenlang onaangeroerd bleef staan, begon haar vermoeden te groeien dat de situatie misschien wel blijvend was. Inmiddels is er bijna een jaar voorbij en de caravan staat er nog altijd. “Elke keer als ik op mijn oprit kom, staat die caravan daar weer,” vertelt Maria. “Het blokkeert volledig mijn uitzicht en verpest echt het hele straatbeeld.”
Ze besloot haar ergernis bespreekbaar te maken en klopte op een goed moment aan bij haar buren. Maria probeerde het voorzichtig te brengen en vroeg of ze overwogen de caravan elders te parkeren. De reactie kwam onverwacht kortaf. “We willen de caravan niet steeds verplaatsen. Dit is veel handiger,” kregen ze als antwoord. Maria wist even niet wat ze daarop moest zeggen.
Natuurlijk begrijpt ze dat een caravan niet het makkelijkste object is om telkens te verplaatsen, maar betekent dat dan automatisch dat hij het hele jaar voor haar neus moet blijven staan? Het gaat voor Maria allang niet meer alleen om het uitzicht. De caravan vult de hele oprit, neemt veel ruimte in en zorgt voor een benauwd gevoel in de straat.
De plek waar de buren hem hebben neergezet, grenst direct aan de zijmuur van haar woning. Daardoor kijkt ze vanuit zowel haar woonkamer als haar keuken de hele dag uit op het massieve witte gevaarte. “Het voelt echt alsof ik naar een betonnen muur staar in plaats van de lucht of voorbijgangers,” zegt Maria. “Een oprit is toch niet bedoeld als permanente opslagplaats?”
De situatie houdt haar flink bezig. Maria is gaan zoeken naar mogelijke regels of afspraken vanuit de gemeente of buurtvereniging over het langdurig parkeren van caravans. In sommige gemeenten zijn er richtlijnen die stellen dat een caravan niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op een oprit mag staan.
Of die regels in haar wijk gelden, weet ze nog niet zeker. Ze denkt erover om opnieuw met haar buren in gesprek te gaan, op een vriendelijke manier, in de hoop op een werkbare oplossing. Toch durft ze het nauwelijks aan: “Je wil geen burenruzie, maar ik wil ook niet de rest van mijn pensioen tegen die caravan aankijken.”
Maria benadrukt dat ze best snapt dat mensen hun caravan graag in de buurt willen houden. Ze begrijpt ook dat stallingskosten kunnen oplopen en dat niet iedereen zomaar een andere oplossing voorhanden heeft. Maar in haar ogen gaat het om rekening houden met elkaar. “Het straatbeeld is van iedereen,” zegt ze. “Ik heb ook recht op een fijne leefomgeving. Waarom zien zij dat niet?”
Ze blijft met vragen achter. Zal ze haar frustratie opnieuw moeten uitspreken, of moet ze haar hoop vestigen op de gemeente? Een formele klacht indienen voelt te drastisch, maar niets doen voelt ook niet goed. De caravan blijft haar dagelijks herinneren aan het feit dat haar woongenot inmiddels flink onder druk staat.
Heeft Maria gelijk in haar frustratie over de caravan, of is dit simpelweg onderdeel van het leven in een woonwijk? Laat het ons weten in de reacties op Facebook.