Tijdens een routinebezoek aan de supermarkt zag Mia iets dat haar diep raakte. Voor haar liep een ouder echtpaar, met de man stilletjes achter de winkelwagen en de vrouw die luidkeels commando’s uitdeelde. “Pak even een rode paprika. Nee! Niet die.
Zoek nou even een betere. Weet je wat? Laat ook maar, ik doe het zelf wel,” snauwde de vrouw. De man, duidelijk gewend aan deze behandeling, liet het over zich heen komen. Voor de omstanders leek het misschien een alledaagse scène, maar voor Mia bracht het pijnlijke herinneringen naar boven.
De herinnering aan haar eigen ouders
Wat Mia zag, was een pijnlijk spiegelbeeld van haar eigen jeugd. Haar vader was altijd het slachtoffer van haar moeder’s scherpe tong. “Ze schold hem letterlijk zijn graf in,” denkt Mia, terwijl ze de man ziet die zich net zo laat koeioneren als haar vader ooit deed.
Haar vader, die aan een hartinfarct overleed, was jarenlang het mikpunt van haar moeder’s verbale aanvallen. Mia heeft nooit getwijfeld dat haar moeder’s harde woorden uiteindelijk hun tol eisten en bijdroegen aan zijn overlijden.
Mia herkent de dynamiek in het echtpaar voor haar. Ze ziet hoe de vrouw haar man kleineert en overheerst, en hoe hij zich in stilte onderwerpt. Het maakt haar kwaad, niet alleen om wat ze ziet, maar ook om wat het bij haar oproept.
Lees verder op de volgende pagina.