Eens per jaar komen ik en zeven vriendinnen uit de middelbare schooltijd samen voor een brunch. Het is een traditie die we koesteren, ondanks de afstanden en drukke agenda’s. Deze traditie zorgt ervoor dat we, al is het maar één keer per jaar, samenkomen in onze geboortestad voor een heerlijke brunch zonder limieten.
Voor sommigen van ons, inclusief mijzelf die 2500 mijl verderop woon, is dit de enige keer dat we elkaar zien. Dit jaarlijkse weerzien was altijd een hoogtepunt, totdat recent de sfeer omsloeg door opmerkingen over mijn eetgewoonten.
Een aanval aan de ontbijttafel
Tijdens deze brunches, waar ik me één dag per jaar helemaal laat gaan, laad ik mijn bord vol met alles wat onze favoriete restaurant te bieden heeft: cheesy eieren, pannenkoeken, hash browns, worstjes, spek – je kunt het zo gek niet bedenken.
Ik ben altijd erg actief geweest, liep track en veld op college en doe nu mee aan ultramarathons, waardoor ik veel calorieën verbrand en over het algemeen slank blijf. Mijn levensstijl buiten deze ene dag is gebalanceerd en gezond.
Ongevraagde opmerkingen
Rue, een van mijn vriendinnen die altijd al wat zwaarder is geweest, kon het niet laten opmerkingen te maken over mijn eetgedrag. Zij beklaagde zich over haar eigen strijd met haar gewicht, terwijl ze opmerkte hoe ik mij ‘te buiten ging’ en toch slank bleef. Al snel begonnen andere vriendinnen te suggereren dat ik gewoon geluk had met mijn genen, wat mij stoorde omdat het de inspanningen die ik lever om gezond te blijven, negeerde.
De confrontatie
Gefrustreerd door hun opmerkingen en de duidelijke frustratie van Rue, probeerde ik uit te leggen dat mijn dagelijkse dieet en frequente lichaamsbeweging de ware redenen zijn achter mijn figuur, en dat het niet gezond is om op basis van één dag conclusies te trekken over iemands levensstijl.
Ik gaf aan dat jezelf constant beperken en nooit genieten van een maaltijd uit alleen maar meer frustratie oplevert. Dit advies viel echter niet in goede aarde; mijn vrienden beschuldigden me van voorrecht en schaamte, en uiteindelijk verliet ik de tafel.
Nu, enkele dagen later, voel ik me verscheurd. Niemand van de groep spreekt nog met me, en mijn beste vriendin adviseerde me om mijn excuses aan te bieden aan Rue en de groep. Ik had goede bedoelingen, maar misschien heb ik de situatie verkeerd ingeschat.
Dus vraag ik je ging ik te ver? Had ik moeten zwijgen of was het juist goed om mijn kant van het verhaal te delen? De lijn tussen hulp bieden en ongevraagd advies geven is dun, en ik zoek naar antwoorden terwijl ik overweeg hoe ik mijn vriendschappen kan herstellen.