Wanneer je afhankelijk bent van zorgtoeslag om je maandelijkse zorgpremie betaalbaar te houden, is het cruciaal om niet alleen je inkomen, maar ook je spaargeld goed in de gaten te houden. De zorgtoeslag is voor veel huishoudens een belangrijke financiële steun.
Toch zijn de voorwaarden strikter dan veel mensen beseffen. Niet alleen wat je jaarlijks verdient telt mee, ook je vermogen wordt elk jaar onder de loep genomen. Eén specifieke datum speelt daarbij een sleutelrol.
Inkomenstoets én vermogensgrens bepalen je recht
Voor het jaar 2025 zijn de regels rondom zorgtoeslag opnieuw duidelijk vastgelegd door de Belastingdienst. Je moet minimaal achttien jaar oud zijn en een bepaald maximuminkomen niet overschrijden. Verdien je niet meer dan €39.719 per jaar?
Dan voldoe je aan de inkomensgrens. Heb je een toeslagpartner, dan geldt een gezamenlijk jaarinkomen van maximaal €50.206. Maar daar stopt de beoordeling niet. Je spaargeld en beleggingen worden net zo hard meegewogen. En als die te hoog zijn, raak je je recht op zorgtoeslag kwijt, hoe laag je inkomen ook is.
De Belastingdienst werkt met vaste vermogensgrenzen die jaarlijks worden vastgesteld. Voor 2025 ligt de individuele vermogensgrens op €141.896. Samen met een toeslagpartner mag het gezamenlijke vermogen niet boven de €179.429 uitkomen. Het gaat hierbij om je bezittingen op 1 januari van dat jaar, zoals spaargeld, beleggingen en ander vermogen minus eventuele schulden. Zodra je boven deze grens uitkomt, heb je het hele jaar geen recht meer op zorgtoeslag. En daar zit geen enkele speling in.
Waarom 1 januari bepalend is voor je recht
Het moment waarop jouw vermogen wordt getoetst, ligt vast op 1 januari. De Belastingdienst gebruikt die datum als meetpunt voor het hele jaar. Had je op die dag te veel vermogen? Dan krijg je ook later in het jaar geen zorgtoeslag meer, zelfs als je vermogen daarna daalt. Het werkt ook andersom: als je op 1 januari onder de vermogensgrens zat, houd je je recht op zorgtoeslag, zelfs als je daarna meer spaargeld opbouwt. Het is dus cruciaal om tegen het eind van het jaar je saldo te checken en eventueel nog aanpassingen te doen.
– Tekst gaat verder onder de video –
Een minder bekende regel is dat het spaargeld van je kinderen in sommige gevallen meetelt voor jouw vermogen. Heeft jouw kind op 1 januari nog geen achttienjarige leeftijd bereikt? Dan telt het spaargeld van dat kind gewoon mee in jouw totale vermogen. Zodra je kind achttien wordt, telt zijn of haar spaargeld niet meer mee voor jouw aanvraag. Dit verschil kan bepalend zijn voor het wel of niet ontvangen van zorgtoeslag, vooral als je een spaarrekening hebt opgezet voor de toekomst van je kinderen.
Zorgtoeslag is niet alleen een inkomenskwestie
Veel mensen denken dat zorgtoeslag uitsluitend gebaseerd is op het inkomen dat je jaarlijks verdient. Die gedachte klopt slechts gedeeltelijk. Het bedrag op je spaarrekening of beleggingsrekening kan er namelijk ook voor zorgen dat je toeslagaanvraag wordt afgewezen. Zelfs als je ver onder de inkomensgrens blijft, kun je buiten de boot vallen wanneer je net boven de vermogensgrens zit. Dat maakt de regelingen rondom zorgtoeslag complexer dan veel mensen denken en vraagt om meer financiële bewustwording.
Wil je onaangename verrassingen voorkomen, dan loont het om vóór de jaarwisseling goed te kijken naar je financiële situatie. Zit je met je spaargeld nét boven de grens? Dan kan het verplaatsen van een deel van dat geld naar bijvoorbeeld een uitgestelde uitgave of een investering die buiten de vermogenscategorie valt, het verschil maken. De regels zijn zwart-wit, maar de gevolgen van een kleine overschrijding zijn groot. Voor je het weet, loop je een paar honderd euro per jaar mis. Tijdig handelen is dus belangrijker dan je misschien dacht.