Terwijl Roos moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen en elke maand maar net rondkomt, ziet Lea dat als een deels zelfgekozen pad. “Natuurlijk is het vervelend voor Roos, maar in zekere zin heeft ze die situatie zelf veroorzaakt. Dat onze ouders constant financieel bijspringen, vind ik oneerlijk. Ik ontvang zelden iets, en dat steekt.”
Van jongs af aan waren de verschillen tussen Lea en Roos duidelijk. Lea had haar zaken op orde, terwijl Roos dat niet had. “Als kind al was Roos niet in staat geld te beheren. Haar zakgeld was altijd direct op, en dan probeerde ze bij mij te lenen. Ik weigerde dat; ik spaarde en was zuinig. Roos wendde zich dan tot mijn vader, wetende dat hij uiteindelijk toe zou geven.” Zelfs tijdens hun tienerjaren veranderde er weinig; Roos spendeerde haar bijverdiensten aan trivialiteiten.
Lees verder op de volgende pagina.