Het nieuwe jaar brengt weer veranderingen mee voor je portemonnee. Vooral spaarders en beleggers merken dit in 2026. De regels voor de belasting op spaargeld – de zogeheten box 3-belasting – worden aangepast. De vrijstelling gaat omlaag en de belastingdruk omhoog. Daardoor betalen meer mensen belasting over hun spaargeld en beleggingen.

Minder belastingvrij sparen
In 2026 mag je minder belastingvrij sparen dan vorig jaar. Het heffingsvrije vermogen, dus het bedrag waarover je geen belasting hoeft te betalen, daalt van € 57.684 naar € 51.396 per persoon.
Heb je een fiscale partner? Dan verdubbelt dit bedrag naar € 102.792. Alles wat je daarboven aan spaargeld, beleggingen of ander vermogen hebt, telt mee voor de vermogensbelasting.
Voor veel mensen betekent dit dat ze in 2026 voor het eerst belasting moeten betalen over hun spaargeld, ook al hadden ze dat in 2025 nog niet.
Hogere belasting door fictieve winst
De overheid gaat er bij de belastingaangifte vanuit dat je rendement maakt op je vermogen, ook als dat niet echt zo is. Dat heet een fictief rendement.
Dat fictieve percentage is in 2026 flink gestegen. Over beleggingen, aandelen en tweede woningen rekent de Belastingdienst nu met 7,78 % rendement. In 2025 was dat nog 5,88 %.

Het belastingtarief in box 3 blijft 36 %, maar omdat het veronderstelde rendement hoger ligt, betaal je per saldo meer belasting.
Voorbeeld: wat betaal je in 2026?
Stel dat je op 1 januari 2026 € 100.000 aan spaargeld en beleggingen hebt en geen fiscale partner.
Het eerste € 51.396 is belastingvrij.
Over de resterende € 48.604 rekent de Belastingdienst een fictieve winst van 7,78 %.
Dat komt neer op een winst van ongeveer € 3.785.
Daarover betaal je 36 % belasting, oftewel ongeveer € 1.360 per jaar.
Je ziet dus dat ook zonder echte winst de belasting kan oplopen.
Kiezen voor werkelijk rendement
Sinds kort kun je ook kiezen om belasting te betalen over je werkelijke rendement – dus wat je écht hebt verdiend aan rente, dividend of waardestijging.
Dat kan voordelig zijn als je weinig rendement hebt gemaakt, bijvoorbeeld bij lage spaarrente. Maar het nadeel is dat je alles precies moet kunnen aantonen met bewijs van je bank of beleggingen.
Voor veel mensen is dat ingewikkeld, waardoor de meeste spaarders het forfaitaire (vaste) systeem blijven gebruiken.

Waarom verandert het systeem?
Het huidige systeem ligt al jaren onder vuur. De Hoge Raad oordeelde dat het oneerlijk is om belasting te betalen over winst die je niet hebt gemaakt. Daarom werkt de overheid aan een nieuw systeem waarin belasting wordt geheven over de echte opbrengst.
Dat nieuwe stelsel zou eerst in 2026 ingaan, maar de invoering is uitgesteld tot minstens 2028. Tot die tijd blijft het oude systeem bestaan, met tijdelijke aanpassingen zoals de lagere vrijstelling en de hogere percentages.
Wat kun je doen om minder belasting te betalen?
Er zijn nog steeds manieren om slim met je vermogen om te gaan:
Gebruik de vrijstelling van je partner. Samen kun je ruim een ton belastingvrij aanhouden.
Los schulden af. Schulden verlagen je vermogen en dus ook je belasting.
Kijk naar groene beleggingen. Deze zijn deels vrijgesteld van belasting en leveren soms extra voordeel op.
Bewaar bewijs van je rendement. Als je minder hebt verdiend dan het fictieve percentage, kun je dat later gebruiken om bezwaar te maken.
Wat betekent dit voor jou?
Voor veel spaarders en beleggers wordt 2026 een duurder jaar. De vrijstelling daalt, de fictieve winst stijgt en het is nog wachten op een eerlijker systeem.
Toch kun je met een paar slimme keuzes voorkomen dat je te veel betaalt. Controleer hoeveel vermogen je precies hebt, verdeel het eventueel met je partner en bewaar bewijs van je werkelijke rendement.
Wie dat op tijd doet, voorkomt dat een klein spaarpotje plots een grote belastingrekening oplevert.









