Aan de vooravond van de Ramadan, te midden van de stille verwachting en de geur van vers bereide iftar-gerechten, voelde Rania een diepe onrust in haar ziel. Ze had de beslissing al genomen, een beslissing die zwaar woog op haar hart, maar noodzakelijk leek voor haar eigen welzijn. Rania, een vrouw van middelbare leeftijd, stond op het punt haar man te verlaten, na jaren van innerlijke strijd en onuitgesproken verdriet. De heilige maand, die in het teken staat van reflectie en vergeving, bracht een extra lading aan haar keuze.
Haar familie en vrienden reageerden geschokt toen ze lucht kregen van haar besluit. “Hoe kun je zoiets doen tijdens de Ramadan?” vroegen ze haar verwijtend. Beschuldigingen van egoïsme en ondankbaarheid vulden de gesprekken. Ze probeerden haar te overtuigen om haar beslissing uit te stellen, om nog een keer na te denken, om de heilige maand niet te ‘bezoedelen’ met zulke wereldse zorgen. Maar voor Rania was de beslissing niet overhaast genomen; het was een weloverwogen stap, geboren uit lange nachten van gebed en zelfreflectie.
Lees verder op de volgende pagina.